header foto mindflness fot omet tekst en klaprozen

Rust is geen doel, maar een manier van zijn

Aanwezigheid, leven met aandacht

Waarom we rust najagen

We verlangen allemaal naar rust. Naar een lege agenda, een stil hoofd, een ontspannen lichaam. En juist daarom maken we van rust een doel: iets wat we moeten bereiken, plannen, vasthouden. Maar de paradox is dat hoe meer we streven naar rust, hoe verder ze lijkt te verdwijnen. Rust laat zich niet forceren. In mindfulness leer je dat rust geen eindstation is, maar een manier van zijn – een houding, een ademhaling, een bereidheid om aanwezig te zijn, precies waar je bent. Juist door te stoppen met jagen, ontstaat er ruimte voor rust om te komen, zachtjes en op haar eigen voorwaarden. Rust is niet hetzelfde als leegte. Het is niet de afwezigheid van geluid of prikkels, maar de aanwezigheid van aandacht. Een stille blik. Een zachte adem. Een lichaam dat niet hoeft te vluchten. In mindfulness beoefenen we die rust niet door iets te onderdrukken, maar door alles toe te laten. Onrust mag er zijn. Gedachten mogen bewegen. Maar in plaats van meegesleurd te worden, blijf je geworteld in het moment.

En in die worteling groeit iets stevigs, iets zachts tegelijk. Rust wordt dan niet iets dat je ‘doet’, maar iets dat je ‘toe laat’.

De rol van het lichaam

Je lichaam weet vaak eerder dan je hoofd wanneer het tijd is om te vertragen. Misschien voel je dat je schouders stijgen, dat je adem oppervlakkig wordt, dat je onrustig van been op been beweegt. In plaats van dit weg te duwen, nodigt mindfulness je uit om erbij te blijven. Je hoeft het niet meteen te veranderen. Alleen te voelen. Rust ontstaat als je lichaam voelt dat het gezien wordt. Als je adem mag vertragen. Als je niets hoeft op te lossen. In die fysieke ervaring begint innerlijke rust. Niet als prestatie, maar als aanwezigheid in het lijf. Onze cultuur is doordrenkt met het idee dat we iets moeten bereiken om te mogen ontspannen. Maar wat als rust geen beloning is, maar een grondhouding? In mindfulness stappen we uit de prestatie-stand en oefenen we in het zijn. Niet omdat dat makkelijker is, maar omdat het eerlijker is. Je hoeft jezelf niet eerst te bewijzen. Je mag thuiskomen terwijl je nog onderweg bent. Je hoeft niet af te zijn om te mogen rusten. En misschien ontdek je dan dat rust altijd al onder je lag te wachten – als een bedding, als een ademhaling, als een herinnering aan wie je bent.

“Soms is ademhalen al genoeg”

In *De jongen, de mol, de vos en het paard* zegt het paard: “

Soms is gewoon ademhalen en doorgaan al dapper zijn.” Dat is misschien wel de kern van rust in mindfulness. Niet een leegte, maar een vriendelijke houding tegenover jezelf. Je hoeft niet te wachten op vakantie, op goedkeuring, op een kalme dag. Je mag nu al rust toelaten. In deze adem, in deze stap, in dit moment. Rust is dan niet langer iets buiten jezelf.

Het wordt een manier van leven, adem voor adem.

Bezoek voor meer informatie ook onze kennisbank.